Het carpal tunnel syndroom omvat klachten in de hand en onderarm, die veroorzaakt worden door een beknelling van de nervus medianus (de middenarmzenuw) in het verloop van de carpale tunnel. Dit is een nauw kanaal ter hoogte van de pols en wordt gevormd door de polsbeentjes en een stevig ligament tussen pink en duimbasis aan het begin van de handpalm. In deze tunnel lopen de buigpezen van de vingers en deze zenuw. De zenuw is de zachtste structuur en daarom ook het meest gevoelig voor druk.
De klachten worden veroorzaakt door een verdikking van het ligament, waardoor het polskanaal (carpale tunnel) nauwer wordt en de zenuw verdrukt wordt. De patiënt voelt een tintelend of pijnlijk gevoel in de hand en de vingers (vooral duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger).
De hand wordt plaatselijk verdoofd door een prik ter hoogte van de pols, waarna de pols en de handpalm volledig verdoofd zijn. Het verdikte ligament tussen de pink en de duimmuis, het dak van de carpale tunnel, wordt doorgesneden waardoor de inhoud -en dan vooral de weke zenuw- van de beknelling wordt verlost. De ingreep duurt ongeveer een half uur.