Brain Research center for Advanced, Innovative and Invasive Neuromodulation.

In de Brai²n afdeling worden alle vormen van neuromodulatie uitgevoerd. Hieronder verstaat men het veranderen van de activiteit van het zenuwstelsel, hetzij medicamenteus, hetzij via elektriciteit. Hierbij kan uitwendige of niet- invasieve elektrische stimulatie worden toegepast of stimulatie via geïmplanteerde apparatuur (invasieve neurostimulatie). De Brai²n afdeling is specifiek gericht op de behandeling van pijn, migraine, neurologische syndromen (bv. Parkinson, dystonie) of de gevolgen van een neurologische aandoening (bv. CVA). Binnen dit centrum is een uitzonderlijke expertise gebundeld met innovatieve neuromodulatietechnieken. Ons centrum is betrokken in verschillende internationale wetenschappelijke studies.

Aandoeningen | Pijn

Pijn

Pijn is een signaal vanuit ons lichaam om ons te laten weten dat er iets mis is. Zo zullen we snel onze handen van een hete kookplaat wegtrekken of zullen we rusten wanneer pijn onze beweeglijkheid beperkt. Stel je voor dat we geen pijn zouden voelen; we zouden ons constant kwetsen en wonden of breuken niet voelen. We zouden onszelf zodanig beschadigen dat we niet lang zouden overleven. Pijn is dus levensnoodzakelijk.

In onze hersenen bevinden zich 2 pijnsystemen: een systeem dat pijn registreert en een systeem dat ons een emotionele waarde aan de pijn doet geven.

Het eerste systeem krijgt prikkels vanuit de perifere gebieden (bv. de huid, de darmen, de spieren,…) via het ruggenmerg. Al deze prikkels worden in de hersenen geanalyseerd in de somatosensorische cortex (de gevoelschors) en geven ons informatie van de plaats van de pijn en hoe intens de pijn is.

Het tweede pijnsysteem omvat een heleboel hersengebieden die belangrijk zijn bij emoties: de anterieure en posterieure cingulate cortex, de frontale cortex, de amygdala, de insula,… Dit systeem geeft ons geen informatie over de intensiteit van pijn maar zal bepalen hoe erg we pijn vinden.

Wanneer iemand zich met een hamer op zijn/haar linkerwijsvinger slaat, gaat de informatie vanuit de vinger via zenuwbanen naar het ruggenmerg en de hersenen. De gevoelsschors vertelt ons de plaats; de linkerwijsvinger, en vertelt ons hoe intens de pijn is bv. 8/10 (0/10 is geen pijn: 10/10 is de ergst voorstelbare pijn).

Ondertussen krijgt het tweede systeem dezelfde informatie te verwerken en wordt een emotionele waarde aan de pijn gegeven. Stel dat ons slachtoffer van de hamer een violist is die ’s avonds deelneemt aan de Koningin Elisabethwedstrijd, dan zal zijn emotionele beleving helemaal anders zijn dan wanneer ons slachtoffer werkzaam is als bouwvakker en zich regelmatig eens flink pijn doet. De violist zal dit 10/10 erg vinden terwijl de bouwvakker dezelfde pijn slechts 3/10 erg vindt.

  • Groen = pijn gevoel
  • Blauw = wat vinden wij van de pijn

Wanneer pijn chronische vormen aanneemt en het dagelijkse leven ernstig belemmert, zal de emotionele waarde van pijnbeleving volledig verstoord geraken.  Bepaalde hersengebieden worden hypergeactiveerd wanneer ze pijnprikkels moeten verwerken. Hierdoor kan pijn vergroot worden waargenomen.

PET-scan: gebieden die geactiveerd zijn bij pijn (Matharu 2004)

Met neuromodulatie kan worden getracht deze hypergeactiveerde zones te kalmeren om zo de verwerking van pijnprikkels te beïnvloeden. Hierbij kan een verandering van de elektrische transmissie van het eerste pijnsysteem (lateral pathway) worden uitgevoerd door rechtstreekse elektrische stimulatie van de pijnbanen in het ruggenmerg (Dorsal Column Stimulation) of de registratiezone van pijn in de hersenen (cortex stimulatie of diepe hersenstimulatie). Hierbij gaat het dus om een invasieve vorm van neuromodulatie waarbij elektrodes worden aangebracht thv het ruggenmerg, de hersenoppervlakte of diep in de hersenen. Meer en meer groeit echter het besef dat deze stimulatie van de lateral pathway ook het tweede pijnsysteem (medial pathway) beïnvloedt. Meestal wordt voor het beïnvloeden van dit tweede pijnsysteem (medial pathway) gebruik gemaakt van niet-invasieve neuromodulatie onder vorm van transcraniële directe stroomstimulatie (TDCS) of  eventueel brongelokaliseerde neurofeedback technieken.

Aandoeningen | Bewegingsstoornissen

Bewegingsstoornissen

Bewegingen worden geproduceerd en gecoördineerd door verscheidene hersenstructuren zoals de motore schors, het cerebellum (‘kleine hersenen’) en de basale ganglia. Deze verschillende structuren vormen samen belangrijke circuits die ons in staat stellen willekeurige en onwillekeurige bewegingen uit te voeren. Structurele veranderingen in deze hersengebieden of verstoringen van functionele connecties spelen een belangrijke rol in het ontstaan van bewegingsstoornissen. Zo kan bijvoorbeeld een verstoring van de complexe circuits binnenin de basale ganglia bewegingsstoornissen veroorzaken zoals de ziekte van Parkinson, dystonie en essentiële tremor. In verscheidene types van dystonie speelt cerebellaire dysfunctie zelfs een hoofdrol in de pathologie van de aandoening.

Bewegingsstoornissen zijn dus neurologische aandoeningen waarbij er sprake is van een overmaat aan bewegen of een gebrek aan beweging, die niet te wijten is aan verlamming of spierzwakte. Voor de patiënt in kwestie is het als het ware onmogelijk om specifieke bewegingen te produceren en/of te controleren. In sommige gevallen zien we zelfs bijkomende klachten zoals geheugen-, concentratie- en stemmings-stoornissen, maar ook andere klachten zoals onverklaarbare pijn en moeilijke ontlasting kunnen een onderdeel zijn van een bewegingsstoornis.

Verscheidene studies hebben reeds aangetoond dat een groot aantal hersengebieden een rol spelen in de pathofysiologie van bewegingsstoornissen. Aan de hand van een qEEG met sLORETA analyse kunnen we abnormale activiteit in de desbetreffende gebieden in kaart te brengen. Met behulp van neuromodulatie trachten we de pathologische activiteit (hyperactiviteit en/of hypoactiviteit) respectievelijk te onderdrukken of op te wekken. Op deze manier is het mogelijk de verschillende symptomen van de betreffende aandoening te beperken.

De meest gekende vorm van neuromodulatie voor bewegingsstoornissen is diepe hersenstimulatie (Deep Brain Stimulation) voor de ziekte van Parkinson. Onze dienst heeft een belangrijke expertise betreffende DBS voor bepaalde patiënten die lijden aan de ziekte van Parkinson.

Daarnaast is er ook toenemende evidentie dat stimulatie van de dorsale wortels (DRG) juist voor hun intrede in het ruggenmerg een invloedt kan hebben op bewegingstoornissen in een lidmaat, bijvoorbeeld dystonie.

Verder heeft ook de niet invasieve neuromodulatie onder vorm van TDCS en TMS een plaats bij bepaalde bewegingsstoornissen.

BEHANDELINGEN | Brai²n

NIET-INVASIEVE NEUROMODULTATIE

INVASIEVE NEUROMODULTATIE

Locaties en bereikbaarheid